Je kon eerlijk je mening geven, ondanks dat je soms dingen zei die je normaal niet zou zeggen uit schaamte, of verlegenheid, of respect voor de ander, of misschien zelfs uit angst voor anderen. Stel dat we in Amsterdam waren gebleven, dan neem je toch al die dingen van thuis, van buiten, je werk, je privé, met je mee. Ondanks dat je misschien eerlijk had willen zijn, was er door alle ditjes en datjes geen ruimte voor geweest. Je blijft teveel met de buitenwereld bezig. In Frankrijk waren we volledig gefocust op ons, en gingen we elke dag samen het proces weer in. We gingen naar elkaar luisteren, met elkaar praten, met elkaar voelen, met elkaar huilen, met elkaar schreeuwen, en boos worden. Op de gekste momenten kwamen de mooiste discussies en verhalen naar boven.
“Mijn boosheid werd vervangen door begrip.”
Er is veel onwetendheid van beide kanten. Ik merkte dat alleen al de zwarte jongeren uit de documentaire veel vragen hadden over onze cultuur en ons geloof, simpelweg omdat ze het niet kenden. Ze vroegen bijvoorbeeld of het echt waar is dat vrouwen een hoofddoek moeten dragen. Het is niet zo dat zij nog nooit met moslims in aanraking zijn gekomen. Het zijn mensen die ook moslims kennen en in hun nabije omgeving te maken hebben met moslims. Zij hadden al onwetendheid, laat staan de grote groep witte Nederlanders die veel minder contact heeft met dé moslim, of dé Marokkaan, of dé buitenlander.
“Ik moest me altijd verantwoorden voor de grote groep moslims, terwijl ik daar helemaal niks mee te maken heb.”
Ik kreeg veel meer begrip voor witte Nederlanders, omdat ze het ook gewoon niet kennen. Wat voor mij heel normaal en gewoon is, is voor hun super raar. Ik heb daarom nu veel meer geduld gekregen en nog meer wil om nog meer mensen toch maar weer uit te leggen dat ik die verantwoordelijkheid niet heb. Ik vind het nu steeds minder erg, want het moet gewoon duidelijk gemaakt worden. Er is veel van mijn boosheid verdwenen.
“Er is een grote grijze massa, en dat geeft me hoop.”