We denken iedere dag na over verschillen en overeenkomsten tussen mensen. Daardoor voelen we ons thuis binnen een bepaalde groep. Wat voor die groep ‘normaal’ is, vinden we zo vanzelfsprekend dat we er niet meer over nadenken. We zien vooral de verschillen binnen andere groepen. In de samenleving heb je een dominante groep, die ook wel ‘de norm’ genoemd wordt, met daarnaast andere groepen, zogenaamde minderheden. In Nederland is de norm wit en Westers. Alles wat hiervan afwijkt, wordt gezien als anders en vreemd. Meestal is dit beeld van ‘andere’ culturen en groepen heel eenzijdig. Een grote groep wordt zo op één hoop gegooid. Vaak worden hier stereotypen en vooroordelen aan verbonden.
Het is belangrijk te weten dat het n-woord vandaag de dag niet meer wordt geaccepteerd. Je bedoelt het misschien niet slecht als je het woord gebruikt, maar het is wel een slecht woord. Het n-woord is namelijk een racistische term en het is beledigend voor zwarte mensen. Het woord stamt af van het Spaanse en Portugese woord ‘negro’. In de 18e eeuw werd dat woord gebruikt en het betekende ‘zwarte slaaf’. In Nederland werd toen het woord n*ger gebruikt. In een citaat uit de 18e eeuw wordt de betekenis meteen duidelijk: ‘Men betaalt zestig tot tagtig Guldens voor eenen n*ger, die van agttien tot dertig jaaren oud is’. Het woord stamt uit de koloniale tijd waarin tot slaaf gemaakten, die slechts werden gezien als koopwaar en verder geen identiteit hadden voor hun houders, gedehumaniseerd en benoemd werden met hun huidskleur.